Verhalen vs feiten om veilig gedrag te stimuleren

Hoe beweeg jij je collega’s om veiliger gedrag te vertonen? Met statistieken en cijfers over het aantal ongevallen? Of een goed verhaal? Deze laatste methode kan wel eens interessanter zijn. We nemen je graag mee in de invloed van verhalen op ons gedrag.

Gedragswetenschappen en veilig werken

Welke boodschap werkt beter:

  1. Per jaar gebeuren er ongeveer 2300 ernstige ongevallen op de werkvloer. Houd je aan de veiligheidsvoorschriften!
  2. Jan was bezig met de belijning op een nieuw stuk geasfalteerde weg. Hij had al een heel stuk gedaan en dacht de laatste 3 meter ook nog wel te redden. Het waren de laatste meters voordat ze de boel weer konden inladen en naar huis. Kees stond al te wachten om de boel in te laden en toen… spoot er een grote luchtbel uit, waardoor Kees een paar druppels van het spul, dat 180 graden was op zijn arm kreeg. Kees zat vervolgens een week thuis met toch wel behoorlijke brandwonden op zijn arm! Zo zie je maar weer, zelfs als je denkt dat de klus ongeveer geklaard is, is het belangrijk om nog goed op te letten, en veilig te werken!

Feitelijke informatie of cijfers worden vandaag de dag nog steeds veelvuldig gebruikt, bijvoorbeeld om onze collega’s proberen te motiveren om veilig te werken. We tonen dan bijvoorbeeld cijfers van ongevallen op de werkvloer en hopen dat dat mensen motiveert om zich aan de veiligheidsvoorschriften te houden. Maar, mensen zijn toch niet zo rationeel als we vaak denken, en dat betekent dat we verhalen toch wat makkelijker kunnen begrijpen en verwerken, dan feiten en cijfers.

Het is eenvoudig te begrijpen waarom we graag feiten en cijfers gebruiken, maar als je mensen echt mee wil krijgen, is het goed om jouw boodschap aan te laten sluiten op de sociale breinen van mensen. Dit is de kern van de gedragswetenschappen: je bereikt je doelen, door net wat anders naar dingen te kijken, zoals in dit geval naar veilig werken. Met hierin meer focus op de context waarin gedrag plaatsvindt, maar ook hoe sociale breinen reageren als we proberen ze te beïnvloeden.

Hoe ons brein verhalen verwerkt

Verhalen hebben een grote impact op onze belevenis, vaak dus zelfs meer dan cijfers. Hoe komt het dat verhalen zo’n groot effect op ons hebben? Om dit te begrijpen is het van belang om te weten dat mensen sociale wezens zijn. Ons brein richt zich op het zoeken en vinden van betekenisvolle patronen (oorzaak en gevolg) en het in kaart brengen van sociale relaties. En dat is een stuk makkelijker wanneer iets in een verhaal wordt verteld, dan wanneer er droge feiten en cijfers worden gepresenteerd.

Volgens historici ziet dit diepgeworteld in ons brein en kunnen we de oorsprong daarvan zo’n 70.000 jaar geleden vinden. Rond die tijd kregen mensen de vaardigheid om zich dingen in te beelden die er eigenlijk niet waren; fictieve verhalen. Bijbelverhalen, sprookjes en volksverhalen zitten vol met lessen en wijsheden en in een verhaalvorm blijven die levenslessen natuurlijk beter hangen. Bovendien, konden grote groepen mensen met elkaar samenwerken door veel mensen te laten geloven in deze verhalen.

Het toevoegen van een verhaalstructuur aan een boodschap om een gedraging op te roepen, noemen we in de wetenschap ook wel storytelling.

Storytelling: Emoties overbrengen naar de lezer van het verhaal

Het geloven van fictieve verhalen en het effect ervan op ons gedrag is inmiddels breed onderzocht en wordt in de sociale wetenschap ook wel narratieve transportatie genoemd en in de volksmond dus ‘storytelling’. Dit houdt in dat wanneer een spannend verhaal onze aandacht lang genoeg vasthoudt, we beginnen mee te leven met de hoofdpersonen. Het zorgt ervoor dat we zo opgaan in het verhaal, dat we de emoties van de hoofdpersonen zelf gaan voelen. En dat maakt dat we in actie komen. Iets dat met droge cijfers niet lukt.

Het zijn overigens de processen van narratieve transportatie die ervoor hebben gezorgd dat wij sociale dieren werden en overleefden, omdat we sterkere wezens zoals mammoeten en Neanderthalers konden verslaan door samen te werken.

Wat zegt de wetenschap over storytelling?

Er zijn verschillende onderzoeken die ons iets vertellen over het effect van verhalen op ons gedrag. Een van deze onderzoeken toonde aan dat we eerder hulp bieden bij één slachtoffer dan een groep slachtoffers. Dit komt omdat we het verhaal van één slachtoffer ons beter kunnen inbeelden. Hierdoor voelen we ons meer emotioneel betrokken. Goede doelen brengen graag een individueel slachtoffer – vluchteling of weeskind – in beeld als ze om een donatie vragen.

Het verhaal daarentegen van al die personen in een groep slachtoffers is moeilijker te verwerken voor ons brein en daardoor voelen we er minder emotie bij. Dit is paradoxaal, want als er honderd mensen overlijden, is dat natuurlijk nog erger dan wanneer er één persoon overlijdt. Dit fenomeen heet het ‘identifiable victim effect’ en wordt vaak gelinkt aan de quote “A single death is a tragedy; a million deaths is a statistic”.

Krachtige verhalen of droge feiten om veilig gedrag te stimuleren?

Je begrijpt nu waarom verhalen effectiever zijn in het beïnvloeden van gedrag dan het presenteren van droge feiten of cijfers. Het vertellen van verhalen kan invloed hebben op de gedachtes en gedragingen van mensen. Ze houden onze aandacht beter vast, roepen empathie op en zetten ons aan tot actie. Verhalen zijn daarmee een krachtig middel om veilig gedrag onder je collega’s te stimuleren. De moeite waard dus, om te achterhalen wie de mensen en wat de verhalen zijn achter de cijfers over de arbeidsongevallen binnen jouw organisatie.

Meer weten of behoefte om te sparren over jouw veiligheidsvraagstuk? Neem gerust contact met ons op!